|
|||||||||
|
In de buurt van de Amerikaanse stad Reading in de staat Pennsylvania woont gitarist en singer-songwriter Peter Rogan. In 2019 bracht hij zijn debuutplaat “Still Tryin’ To Believe” uit met daarop een mix van blues-, Americana-, rock- en jazzmuziek. Nadat hij in de jaren ’70 vooral actief was in rock- en bluesgroepen maakte hij midden jaren ’80 een serieuze switch in de richting van de jazzmuziek die hij in de New Yorkse scène ging spelen. Maar omdat de echte doorbraak als muzikant er nooit van gekomen is trok hij terug naar Pennsylvania waar hij uiteindelijk koos om een vaste job als elektrieker in de staalmijn van Reading op te nemen en enkel nog songs te schrijven en muziek te spelen in zijn vrije tijd. Daar is uiteindelijk een tweede album uit ontsproten dat deze maand op de platenmarkt zal verschijnen. Titel van dat album is “Broken Down Love” en bevat twaalf tracks waaronder enkele coverversies van nummers die hem nauw aan het hart liggen. Die gecoverde songs zijn “Thank You Girl” van John Hiatt uit zijn album “Bring The Family” van 1987, te horen op de tweede audiovideo bij deze recensie en “It’s Only Rock’n’Roll (But I Like It)” van ‘The Rolling Stones’ uit hun gelijknamige album van 1974. Dat Peter Rogan zijn klassiekers kent blijkt uit zijn keuze voor deze gecoverde nummers. Maar ook zijn tien eigen composities op “Broken Down Love” mogen er best zijn, getuige daarvan de albumtiteltrack die u op de eerste audiovideo kunt beluisteren. In dat nummer vertelt hij over een ‘handyman’ die alle klusjes in zijn leven kan klaren, die alles perfect kan herstellen met uitzondering van zijn fout aflopende liefdesrelatie. Op het lijstje van muzikanten die Peter Rogan bij deze plaatopname hebben begeleid vinden we enkele bekende namen uit het muziekcircuit van Nashville terug. Zo speelt Will Kimbrough op akoestische, elektrische en slide gitaar en mondharmonica, naast bassist Chris Donohue, keyboards- en lapsteelspeler Phil Madeira en drummer Dennis Holt. De eerste drie speelden in het verleden ook vaak mee op platen van Buddy Miller en Emmylou Harris. De backing vocals op deze nummers worden verzorgd door Jenny Littleton, Cindy Morgan en ‘The McCrary Sisters’ Ann, Alfreda en Regina. Peter Rogan nam zelf de rol van albumproducer waar bij de opname in ‘The Cowboy Arms’-studio in Nashville, Tennessee. De cover van de ‘Rolling Stones’-klassieker “It’s Only Rock’n’Roll (But I Like It)” wordt hier door Peter Rogan in een Memphis-soulkleedje gestoken met knap blazerswerk door John Mark Painter die alles zelf inspeelde op baritonsaxofoon, tenorsaxofoon en trompet. ‘The McCrary Sisters’ laten zich voor het eerst op heel aangename wijze horen in het funky nummer “Short Shifter Blues” en daarna ook bij de rocksong “My Kinda Strange”. Will Kimbrough geeft een indrukwekkende solo op mondharmonica bij het catchy nummer “Dancin’ Naked”, hij componeerde mee aan onze favoriete ballad “Don’t Be Afraid Of The Rain” en hij excelleert op slidegitaar in de gecoverde song “Thank You Girl” en in het nummer “Back To Natchez”. Wat eveneens een positieve indruk op ons heeft nagelaten naast de twee coversongs is het door Phil Madeira bespeelde Hammondorgel in de instrumentatie bij de soulvolle ballad “All That’s Left Is The Blues” die Peter Rogan ook ijzersterk heeft ingezongen als één van de twaalf tracks op zijn heel mooi verzorgde tweede studioplaat “Broken Down Love”. (valsam)
|